Het taboe op verlies (1)

Het taboe op verlies (1)

Mensen met een kinderwens zijn al ouders

Vader of moeder word je op het moment dat je besluit kinderen te willen. En als je dan een positieve zwangerschapstest in je handen hebt, dan ben je voor je gevoel al vader of moeder. Je past je toekomstbeeld direct aan. Puur door het zien van twee streepjes. Natuurlijk weet je dat het mis kan gaan, maar je gaat er niet van uit dat het jou overkomt.

En dan gaat het mis. De zwangerschap eindigt niet zoals jullie voor ogen hadden en je toekomstbeeld verandert in één klap.

Het verdriet is niet minder groot

Toen ik van onze dochter beviel, kreeg ik dikwijls de vraag of ze voldragen was. En als ik antwoordde dat ze in mijn buik bij 19 weken was overleden, kreeg ik vaak de opmerking: ‘Oh ik dacht dat ze voldragen was.’ Alsof de duur van de zwangerschap van invloed was op mijn verdriet. Ja, de duur van de zwangerschap zorgde ervoor dat ik geen recht had op zwangerschaps- en bevallingsverlof terwijl ik wel degelijk een kraamvrouw was. Onze dochter was via de natuurlijke weg ter wereld gekomen. Een weg van weeën, pijn gevolgd door een oorverdovende stilte. De duur van de zwangerschap heeft eveneens geen invloed gehad op de gevoelens en liefde die wij voor haar voelen.

Bij mijn zoon leek er meer begrip te zijn. Hij overleed immers na de geboorte. Maar ook hij was voor de 24e week geboren; ook via de natuurlijke weg. Omdat hij ook voor de 24e week van de zwangerschap is geboren, had ik, net als bij mijn dochter, geen recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Terwijl ik na zijn geboorte ook een kraamvrouw was. Ook bij hem heeft de duur van de zwangerschap eveneens geen invloed gehad op de gevoelens en liefde die wij voor hem voelen.

In beide gevallen werd ik bij gebrek aan een wettelijk vangnet, ziekgemeld ten gevolge van de bevalling. Maar was ik ziek? Nee ik was bevallen en in rouw.

Mijn derde zwangerschap eindigde na zeven weken in een miskraam. Ondanks dat het nog een prille zwangerschap was en ik de dit verlies minder groot heb ervaren, was er toch ook verdriet. Verdriet om (weer) afscheid te moeten nemen van het kindje dat wij in gedachte (al) koesterden. Verdriet dat een zwangerschap (weer) niet had geleid tot een kindje om voor te zorgen. Een dag na de miskraam was ik weer aan het werk. Net als zovelen met mij.

Ik heb aan de lijve ondervonden dat op het verlies van een prille zwangerschap een nog groter taboe heerst dan een stille geboorte of een overlijden (vlak) na de geboorte. Iedereen in mijn omgeving weet dat twee van mijn drie kinderen zijn overleden maar bijna niemand weet dat ik ook een miskraam heb gehad. Ik had het er gewoon niet over.

Miskramen komen veel vaker voor dan we denken

Wanneer ik het wel aan iemand toevertrouwde, kreeg ik vaker dan verwacht te horen dat zij ook een miskraam hadden doorgemaakt. Op dat moment drong het pas tot mij door hoe vaak het voorkomt en hoe weinig we dit met elkaar delen. Net als ik gingen mijn vriendinnen na de miskraam weer over tot de orde van de dag.

Wanneer ik doorvroeg, werd mij duidelijk hoeveel verdriet en angst het doormaken van een miskraam met zich meebracht. Doordat 10% van de zwangerschappen voor de 12e week eindigen, lijkt het alsof het doormaken van een miskraam iets is dat erbij hoort.. Maar 12 weken is bijna een derde van een zwangerschap en veelal is het kindje gewenst.

Begrip en steun helpen bij het verdriet verwerken. Goed bedoelde opbeurende opmerkingen helpen daarentegen niet

Opmerkingen als ‘je lichaam weet nu hoe het zwanger moet worden’ of ‘je bent nog jong dus je hebt nog alle tijd om kinderen te krijgen’ etc. zijn volgens mij dan ook niet de opbeurende woorden waar je op zit te wachten. Verlies van een (ongeboren) kind is verlies. En verlies gaat gepaard met rouw. De duur van de zwangerschap of leeftijd van het kind is in mijn ogen dan ook van ondergeschikt belang. Om (met vertrouwen) een volgende zwangerschap aan te durven gaan is, naar mijn mening, meer openheid op dit gebied wenselijk. Ik ben benieuwd naar je mening.

Het taboe op verlies (2) “onvervulde kinderwens”

Het taboe op verlies (2) “onvervulde kinderwens”

In mijn vorige blog schreef ik over het taboe dat ik ervaar op het gebied van het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of vlak daarna. Met name het taboe van het verlies van een kind in het prille begin van een zwangerschap, de zogenaamde miskraam. Uit de reacties die ik ontving, bleek dat ik niet de enige was.  Er rust echter een nog groter taboe op een onvervulde kinderwens.

Ik betrapte mij erop dat ik in mijn omgeving slechts twee personen ken die ongewenst kinderloos zijn. Door omstandigheden is het hun niet overkomen. Ze was heel lang single en toen zij haar man ontmoette, zat het moeder worden, gezien haar leeftijd, er niet meer in. De andere persoon, heeft meerdere miskramen meegemaakt en kwam door haar leeftijd niet meer in aanmerking voor een fertiliteitsbehandeling.

Ik bedacht mij ineens dat ik het met deze dierbaren nooit had over hun gemis. Want ja wat missen zij nu eigenlijk? Een verlangen? Een droombeeld?

Vader of moeder worden is inderdaad een verlangen. Een natuurlijk verlangen.  Zoals ik in mijn eerdere blog schreef, word je vader of moeder op het moment dat het verlangen naar een kind zich openbaart.

Het krijgen van een kind is iets natuurlijks. Door de komst van de “pil” heeft het krijgen van kinderen zich ontwikkelt naar iets waarvoor je kunt kiezen. En hier wordt een grote denkfout gemaakt. Door de komst van anticonceptie kun je ervoor kiezen om geen kinderen te willen. Door de komst van anticonceptie kun je het moment waarop je ouders wordt enigszins beïnvloeden. En dat is het dan ook. Want tien procent van de stellen in Nederland zijn ongewenst kinderloos. Een groot deel ervan heeft een lang traject van fertiliteitsbehandelingen achter de rug om vervolgens met lege handen te blijven.

Het feit dat we door de hulp van de medische wetenschap in staat zijn  zwanger te worden als het op een natuurlijke wijze niet lukt, maakt het krijgen van kinderen bijna maakbaar. Maar eigenlijk horen we alleen de succesverhalen. IVF / ICSI is in veel gevallen het laatste middel binnen de fertiliteitstrajecten. Na drie IVF-behandelingen is de kans op een geboren kindje 40% à 50% . Dit betekent dus dat bij bijna de helft van de stellen, die een IVF of ICSI ondergaan,  geen zwangerschap tot stand komt.

Uiteindelijk is tien procent van de stellen ongewenst kinderloos. Tien procent… dat zijn dus veel meer personen dan ik ken of waarvan ik het weet. Hoe kan dit? Het feit dat de cijfers zo afwijken van mijn werkelijkheid, maakt dus dat het een taboe is. En dan heb ik het nog niet over de ouders met een gedeeltelijk vervulde kinderwens.

Toen wij zelf in het fertiliteitstraject zaten, spraken we lotgenoten. Sommige van hen hadden al een kind. Gewoon op een natuurlijke wijze. Alleen het volgende kind kwam er niet. Uit de gesprekken met hen, kwam duidelijk naar voren dat de omgeving niet begreep waar ze mee bezig waren. Ze hadden immers toch een kind? Ze moesten gewoon blij zijn met wat ze hadden. Alsof je een verlangen kunt bedwingen. Okay, wellicht tijdelijk maar steeds zal het komen opborrelen.

Toen ik zwanger was van onze zoon, wist ik zeker dat ik blij zou zijn met één kind. Nadat hij ouder werd, speelde ook bij mij het verlangen van nog een kind. Was ik niet tevreden? Waarom wilde ik dit? Met mijn geschiedenis? Ik had er geen antwoord op. Probeerde met mijn logica mijn verlangen weg te wuiven. Maar het bleef komen. Totdat duidelijk werd dat het krijgen van een kind, gezien mijn leeftijd, niet meer wenselijk was. Het heeft mij echt even tijd gekost om dit te verwerken. Ik heb er nu vrede mee omdat ik een prachtig kereltje heb.  Ik realiseer mij dat ik nooit moeder was geworden zonder IVF. Maar soms komt het gevoel echt nog weleens opborrelen. Het is iets waar ik alleen met mijn man over praat. Waarom? Toch een gevoel van schaamte.

Maar hoe is het dan voor die anderen? Die net als ik meerdere kinderen hadden gewild? Of degene die nooit een kind zullen hebben? Met wie spreken zij over hun verlies? Is er überhaupt wel erkenning voor dit verlies? Het antwoord is nee.

Terugkomend op de personen in mijn omgeving. Ik merk dat ze het fijn vinden als ze erkend worden in hun verlies. Dat ze open mogen zijn over het gemis. Beiden hebben hun manier gevonden om met dit gemis om te gaan maar het blijft een gemis. Het ernaar vragen, nodigt uit om erover te praten.

Ik ben van mening dat ongewenste kinderloosheid uit de taboesfeer moet. We moeten leren om ernaar te vragen zodat die persoon zijn verhaal kwijt kan. Dat ze erkenning krijgen voor hun verlies. Ik ben benieuwd naar jouw mening.

Het stille verdriet van grootouders

Het stille verdriet van grootouders

Manu Kierse (2020) verwoordt het heel treffend in zijn boek Helpen bij verlies en verdriet. Wanneer je je (ongeboren) kleinkind verliest, heb je als opa en oma dubbel verdriet. Ondanks dit dubbele verdriet word je als rouwende opa en oma niet of nauwelijks erkent. Mensen onderschatten jouw verdriet.

Een confrontatie met dubbel verdriet

Als je kleinkind overlijdt, verlies je niet alleen je kleinkind maar word je ook geconfronteerd met het verdriet van je eigen kind en diens partner. Als ouder wil je je kind ten alle tijden beschermen tegen pijn en verdriet. Je ziet en voelt het verdriet van je kind en je kunt dit niet wegnemen. Je hebt voor je gevoel gefaald omdat je je kind niet hebt kunnen behoeden voor deze pijn en dit verdriet. Rationeel weet je dat je geen schuld hebt aan het verlies en het verdriet maar dat neemt niet weg dat de schuldgevoelens er wel degelijk kunnen zijn.

Aan jouw verdriet gaat men voorbij

Je schuift je eigen verdriet opzij om er te zijn voor je kind en diens partner. Doordat je kind een beroep op je doet, word je weer fulltime vader en moeder. De ouder die het kind beschermt, die naar het kind luistert, die problemen helpt oplossen.

Het voelt ongepast om over je eigen gevoelens te praten

Wanneer mensen vragen naar het verlies van je kleinkind, heb je het over het verdriet van je kind en diens partner. Je eigen verdriet blijft onbespreekbaar. Lijkt niet gepast. Want immers je kind heeft zijn of haar kind verloren. En voor ouders is het verlies van een kind het ergste dat hen kan overkomen. Toch?

Het verlies van je kleinkind laat niemand ongemoeid. En de impact is groot.

Nee, is mijn antwoord. Het verlies van een (ongeboren) kleinkind raakt de hele familie. Dus ook jou. Iedereen heeft zijn eigen verdriet, zijn eigen boosheid… En juist die emoties maken het soms moeilijk om de liefde, zorg en betrokkenheid die er tussen jullie is, te blijven uiten. Sommige opmerkingen, initiatieven, voorstellen en of acties, hoe goed ook bedoeld, kunnen het verdriet, de ontreddering en/ of de boosheid juist versterken.

Door de emoties worden je opmerkingen, initiatieven en voorstellen niet altijd gewaardeerd

Bovenstaande is zo herkenbaar voor ons. Na het overlijden van onze kinderen en met name na het overlijden van onze zoon Oscar, kregen mijn man en ik conflicten met onze ouders. Een tweede keer zoveel verdriet was ondragelijk. We waren in shock, ontredderd en zochten naar iemand die het leed kon verzachten. Wij hadden verwachtingen van onze ouders waar zij niet aan voldeden.

Zo lieten mijn schoonouders niets van zich horen om ons de ‘ruimte te geven’ het verlies te verwerken en deden mijn ouders allerlei voorstellen voor ‘gezellig samenzijn’.

Mijn schoonouders dachten dat zij er goed aan deden om ons met rust te laten. Echter wij voelden ons in de steek gelaten en aan ons lot overgelaten. Als er iemand was waarvan we dachten steun te ontvangen, was het van mijn schoonmoeder. Zij had namelijk ook kinderen verloren en moest wel weten hoe wij ons voelden…

Mijn ouders wilde ons leed verzachten door ‘leuke dingen te ondernemen en ‘gezellig samen te zijn’. Zo nodigden zij ons uit voor een skivakantie en Sinterklaasavond. Door leuke en gezellige dingen te doen zouden wij ons beter gaan voelen, was de gedachte.

Helaas zagen wij dit totaal anders. Wij zochten bescherming en troost. Zoals we vroeger als kind werden getroost na het vallen. Doordat onze beide ouders niet aan onze verwachtingen voldeden, raakten we van hen vervreemd. Wij voelden ons letterlijk in de kou staan.

Je kind doet een beroep op je terwijl het verlies van je kleinkind voor jou ook gewoon niet te bevatten is

We hadden echter niet door hoe onze ouders met het verdriet en schuldgevoelens worstelden. Het is niet normaal dat opa’s en oma’s hun (ongeboren) kleinkind begraven. Deze verkeerde volgorde is zo niet eerlijk dat het gewoon niet te bevatten is. Het verlies van je (ongeboren) kleinkind gaat dan ook (vaak) gepaard met schuldgevoelens, shock, leegte, ongeloof en intens verdriet. Rouw bij verlies van je (ongeboren) kleinkind is een vorm van rouw die, zoals al eerder aangegeven, nauwelijks erkenning geniet. Doordat de omgeving eraan voorbijgaat dat jij als opa of oma ook rouwt, mis je de steun van familie, vrienden, collega’s en werkgevers. Maar er wordt wel een beroep gedaan op jou als ouder. En daar komt bij dat je kind verwacht dat jij als ouder de levenservaring hebt om met dit verlies om te gaan. Onterecht want ook jij bent als opa of oma niet voorbereid op onverwachte gebeurtenis als deze. Je keek uit naar de geboorte en had al dromen over hoe je met je kleinkind zou spelen en wat je met hem zou ondernemen. En toen was er dat afscheid…

Het is belangrijk om te beseffen dat ook grootouders ook worstelen met hun emoties

Terugkomend op ons eigen proces. Op een gegeven moment, wees iemand mij erop dat onze ouders net als wij hun eigen rouwproces doormaakten. Iedereen rouwt op een andere manier. Ik had wel begrip voor mijn mans rouwproces maar niet voor het rouwproces van mijn ouders en schoonouders. Toen ik mij dat realiseerde, zag ik de worsteling van mijn ouders en schoonouders. Ik besprak dit met mijn man en vanaf dat moment konden wij begrip opbrengen voor hun gedrag en lukten het ons om weer in contact met hen te komen. Verwijten maakten plaats voor begrip en we zagen wat het verlies van hun kleinkinderen met hen had gedaan. En nog steeds doet. Door dit inzicht kwam de relatie met onze ouders weer in evenwicht. Het verlies en het verdriet is (altijd) op de achtergrond aanwezig maar we hebben met elkaar de kracht gevonden om verder te gaan. We hebben weer gezamenlijke dromen en we kunnen weer genieten.

Herkenbaar? Ik hoop dat door het delen van onze ervaringen  het taboe op het onzichtbare verdriet van grootouders bespreekbaar zal worden zodat de relatie met hun kind en diens partner goed blijft. Wil je erover praten? Neem dan gerust contact met mij op.

Een tweeling waarvan één baby overlijdt

Een tweeling waarvan één baby overlijdt

Jaren geleden vertelde een vriendin dat zij gekraamd had bij een gezin waarvan één baby stil was geboren en één baby levend was geboren. Het meisje dat  levend was geboren, kreeg de namen Demi Joy.

Mijn vriendin vroeg wat vind jij nou van zo’n naam? Demi Joy? Ik zei huh demi… is dat in het Frans niet half? En joy dat is geluk toch? Is dat wat ze met die naam bedoelen? Ja, zei mijn vriendin. Mijn reactie was ‘belachelijk’. Ze heeft toch nog één baby. En wat doe je dat meisje aan? Die wordt dan altijd geassocieerd en geconfronteerd met haar overleden zusje.

Mijn vriendin zei: dat dacht ik ook toen ik de eerste dag kwam. Ik denk daar nu anders over. Ik zag ouders die blij, verdrietig en trots waren. Ik zag ouders die voor beide baby’s even veel hielden. Het was een hele rare situatie en ik was er eigenlijk helemaal niet goed op voorbereid. Ik kwam er om te kramen maar de situatie was zo anders.

Er was inderdaad blijdschap om Joy maar heel veel verdriet om Demi. Huh, zei ik ze heette toch Demi Joy? Ja zei mijn vriendin. Ze heet Demi Joy maar haar roepnaam is Joy. De ouders hadden de namen voor de geboorte al gekozen: Demi en Joy. Demi heet Demi en Joy heet officieel Demi Joy. Een klein eerbetoon aan haar dappere zus.

Ik voelde het schaamrood op mijn kaken opkomen Mijn vriendin zei: we zijn dus niet de enigen die zo reageren. Tijdens de kraamweek hoorde ik meerdere mensen zeggen: ‘gelukkig hebben jullie er nog één’. Als ze wegwaren, barstten de ouders in tranen uit. Niemand had het over Demi. Alsof ze er niet was. En dat was echt heel raar. Demi lag naast Joy in de kamer. In haar eigen bedje.

Wat heb jij gedaan, vroeg ik? Ik luisterde en liet ze huilen. Heb naast de gewone kraamzorg, geholpen met muziek uitkiezen voor de uitvaart en de kaarten schrijven. Ik ben mee geweest naar de uitvaart. Dat vonden ze heel fijn.

Ik merkte aan mijn vriendin dat ze heel anders naar verlies van een baby keek. Het ontroerde mij en het zette mij aan het denken. Ik had ooit een collega die hetzelfde had meegemaakt. Zij sprak nooit over het verlies van haar zoon. En ik kan mij ook niet herinneren dat iemand er ooit naar vroeg.

Alsof het zo moest zijn, kwam ik haar diezelfde week tegen. We hadden elkaar al een tijd niet gezien. Een mooie gelegenheid om te vragen hoe het met elkaar ging. Het was een goed moment om te vragen naar haar kinderen.

Ik vroeg haar hoe het is om Ben om te zien opgroeien en Kees niet. Ze keek mij aan en zei: wat lief dat je dat vraagt. Hoe kom je daar zo op en wat bijzonder dat je Kees’ naam nog weet. Ze vertelde dat ze iedere dag aan Kees dacht. Dat ze elk hoogtepunt met Ben ook verdrietig was. Juist op deze dagen miste ze Kees het meest. En wat ze het lastigst vond was dat, behalve haar man en ouders, niemand zich dat realiseerde. We praatten nog wat langer en bij het afscheid kreeg ik een dikke knuffel. Bedankt zei ze. Je hebt mijn dag gekleurd. 

Nog steeds hoor ik van ouders die één van hun meerling hebben verloren dat er weinig aandacht of begrip is voor hun verdriet. Dat men niet begrijpt dat een hoogtepunt zoals: de kraamweek, de eerste verjaardag, de eerste keer naar school, het eindexamen, etc. het gemis extra benadrukt. Dat hoogtepunten in het leven van de baby die wel is blijven leven, gepaard gaan met een traan om het gemis van de andere baby.   

Tot het moment dat iemand mij leerde wat de impact is van het verlies van één van de baby’s, reageerde ik net als velen anderen. Ook ik dacht letterlijk: ‘gelukkig hebben ze er nog één’ ‘Wees blij met wat je wel hebt’ etc. Alsof het kindje dat wel leeft het verdriet om de ander te niet deed. 

En nee, ik was geen gevoelloos mens. Ik kon mij alleen geen voorstelling maken van de impact. Herkenbaar?

Ik hoop dat deze blog een bijdrage levert aan het erkennen van het verdriet van ouders die één van de baby’s hebben verloren. Ook hoop ik dat deze blog bijdraagt aan meer openheid om erover te praten. Luisteren werkt helend.

NB de namen zijn gefingeerd.

Kraamzorg na verlies van je baby, zo wenselijk

Kraamzorg na verlies van je baby, zo wenselijk

Toen onze dochter overleed werd ons verteld dat we geen recht hadden op kraamzorg. De duur van de zwangerschap was daarvoor te kort geweest. Omdat ik kraamzorg associeerde met ‘blijdschap en een roze wolk’ vond ik het helemaal niet erg dat ik hier geen recht op had.

De verloskundige stelde voor dat zij de kraamzorg zou afbellen. Dan hoefde wij dat niet zelf te doen. Het was al pijnlijk genoeg dat wij onze dochter waren verloren. Mijn man en ik konden haar wel zoenen. Dat ze zo met ons meedacht.

Helaas konden wij toen niet bedenken hoe belangrijk het werk en deskundigheid van de kraamverzorgende is.

Door de complicaties die ik had na de geboorte van onze dochter, werd pijnlijk duidelijk hoe belangrijk de taak van de kraamverzorgende is

Door het plotselinge overlijden van Madelon in mijn buik, waren we totaal in de war. In korte tijd moesten mijn man en ik allerlei zaken regelen waar we totaal niet op waren voorbereid. Toen ons werd gezegd dat we geen recht hadden op kraamzorg namen wij dan ook voor waar aan. Helaas bleek dit niet waar. We hadden wel degelijk recht op kraamzorg. En had ik deze maar gehad…

Door slechte overdracht van het ziekenhuis naar de verloskundige en het afbellen van de kraamzorg, had niemand in de gaten dat ik heel veel bloed verloor. Ik zal verdere details besparen maar twee maanden na de geboorte van mijn dochter werd ik opgenomen. Er was moederkoek  achtergebleven. Een levensgevaarlijke situatie.

Een situatie die voorkomen had kunnen worden als ik wel kraamzorg had gehad. Deze zorgprofessionals zijn namelijk opgeleid om signalen dat het niet goed gaat met moeder en kind, te onderkennen. Hier actie op te nemen. Maar dat niet alleen. Ze zijn ook opgeleid om de ouders te begeleiden en te ondersteunen in hun nieuwe rol. Die van ouders. En hoe belangrijk en zinvol deze taak is bleek later.

Gelukkig kregen we na Oscars geboorte wel kraamzorg

Een jaar na Madelons overlijden, beviel ik van Oscar. Helaas overleed hij na de geboorte. De verpleegkundige vroeg bij welk kraambureau ik was ingeschreven zodat ze deze kon bellen. Met het overlijden van onze dochter nog in het achterhoofd vroeg ik de verpleegkundige waarom ik geen kraamzorg mocht hebben. Ze keek mij verbaasd aan zei: jullie hebben recht op kraamzorg. Je bent bevallen van een kind. Ik wil ze bellen om aan te geven dat jullie zoontje is overleden. Zij nemen dan contact met jullie op. En zo geschiedde.

Een hele lieve dame van kraambureau De Kleine Amsterdammer belde ons op om ons te feliciteren met de geboorte van Oscar en om ons te condoleren met zijn overlijden. Ze vertelde dat wij de hele week dezelfde kraamverzorgende zouden krijgen. Dit was Barbara.

Onze kraamverzorgende Barbara was de hulp en steun die je nodig hebt na het verlies van je baby

Barbara heeft ons echt door deze kraamweek geholpen. Door haar hebben wij het verlies van Oscar en ook van Madelon beter kunnen verwerken. Barbara zorgde niet alleen voor mij. Zij zorgde ook voor mijn man. We zaten niet op een roze wolk. Maar waren wel ouders van een prachtig mannetje.

Naast de zorg voor mij als kraamvrouw hielp Barbara ons met het schrijven van de kaartjes, dacht ze op ons verzoek mee over de invulling van de uitvaart, zocht ze met ons naar passende muziek. Ze maakte het huis schoon, deed boodschappen, kookte en was een en al luisterend oor.

Barbara was de verpersoonlijking van ‘hulp en steun’ die je na een dergelijk verdriet nodig hebt. Wanneer je geconfronteerd wordt met verlies, ben je als mens letterlijk niet in staat om te functioneren. Heb je praktische hulp nodig en een luisterend oor. En dat deed Barbara.

Ze heeft ons geholpen om mooie herinneringen te maken aan deze verdrietige gebeurtenissen. Ze heeft ons geholpen om de liefde voor onze kinderen te voelen. Trots op ze te zijn. Ondanks het enorme verdriet was het een hele intieme en ook mooie week. Door haar. Door haar aanwezigheid.

Tot op de dag van vandaag lukt het ons niet om in woorden uit te drukken hoeveel Barbara voor ons heeft betekend.

We waren ontzettend blij dat we, toen we twee jaar later onze zoon Mans kregen, samen met Barbara deze blije week mochten beleven. Een prachtige afsluiting.