Soms wil je gewoon niet geloven dat het fout gaat
Afgelopen zaterdag was de finale van het Eurovisie Songfestival. Al weken verheugde ik mij erop om samen met mijn jongste naar Joost Klein te kijken en Europapa mee te zingen. Helaas werd Joost Klein gediskwalificeerd. Er was een incident met een cameravrouw geweest. Er werden verder geen uitspraken gedaan. Speculaties volgden en de sympathie voor Joost groeide met de minuut. En de antipathie voor de EBU groeide ook met de minuut. Waarom nam de EBU zo’n drastisch besluit? Het was maar een incident.
Een petitie werd gestart om Joost alsnog te laten meedoen. Deze werd enthousiast door mij gesteund. Ik en velen met mij hielden hoop tot het einde ook al stonden alle signalen op rood. En gingen alle alarmbellen af.
IJdele hoop. Omdat je gewoon niet wil geloven dat het fout kan gaan. Gewoon niet willen geloven dat het fout gaat.
Hoe kan ik mijn kind duidelijk maken dat het mis is?
Ik moest een teleurgesteld jongetje gaan uitleggen waarom zijn HELD JOOST niet mocht zingen. Hij had zich er zo op verheugd. Voor het eerst mocht hij tot heel laat opblijven. Hij had chippies uitgezocht. En was ervan overtuigd dat wij, Nederland, zouden gaan winnen.
En nu ging dat allemaal niet door. Hoe vertel je een klein kind van 6 jaar dat iets waar hij zich zo op verheugd heeft, dat het niet doorgaat.
Een vraag die ik ook vaak van ouders krijg. Hoe vertel ik mijn kind dat de baby is overleden. Dat hij of zij wel grote broer of zus is maar dat er geen kindje is om mee te spelen.
Kinderen hebben recht op de waarheid
Ik adviseer de ouders altijd om hierover eerlijk te zijn en hun kind te betrekken bij het afscheid. Ook al hebben ze de baby niet gekend, zijn ze zelf nog heel klein. Een kind heeft haarfijn in de gaten dat er iets niet klopt. Heeft haarfijn in de gaten dat pappa en mamma verdriet hebben. Vraagt zich af waar de baby blijft.
Mijn eigen zoontje heeft zijn zus en broer nooit gekend. Maar dat weerhoudt hem er niet van om over zijn broer en zus te praten. En weerhoudt hem ook niet om over hun dood te praten. Hij is hier nieuwsgierig naar.
Er is altijd een goed moment om je kind te vertellen over het broertje of zusje dat er niet meer is
Mans was 2 jaar toen hij mij vroeg waarom hij geen broer of zus had. Hij was namelijk dol op baby’s en al zijn vriendjes ‘op school’ kregen een baby. Hij was boos op Lotte omdat zij al een grote zus had en nu ook een kleine zus had. Hij vond het niet eerlijk. Want hij had er geen één.
Het was voor mij het moment om hem te vertellen over zijn broer en zus en dat deze niet meer leefden. Met behulp van Kikker en het vogeltje legde ik uit wat doodzijn inhield. Hij was verdrietig en teleurgesteld dat zijn broer en zus niet meer te maken waren. Want ja, eenmaal kapot was kapot.
Elke leeftijd heeft zijn eigen manier van omgaan met verlies
Naar mate hij ouder werd, kregen de gesprekken over de dood en verdriet om het verlies van zijn broer en zus een andere lading. Ik merkte dat hij met het klimmen van de jaren ook anders reageert op verlies en rouw. Hieraan ook andere uitingen aangeeft.
Toen hij 2 was, was de dood voor hem hetzelfde als het kapotgaan van zijn speelgoed en het weggooien ervan. Nu hij 6 is beseft hij heel goed was dood zijn inhoudt. Weet hij dat je iemand waarvan je houdt, gaat missen op het moment dat hij of zij er niet meer is. Ervaart hij dat het uitvoeren van rituelen en het hebben van herinneringen, troostend zijn.
We vieren de jaardagen van onze oudste twee. We tuigen ieder jaar voor elk kind een kerstboom en paastakken op. We zaaien ieder voorjaar bloemen die goed zijn voor bijen, hommels en vlinders.
De dood als onderdeel van het leven
Samen met hem hebben we een manier gevonden om het verlies van zijn broer en zus te verweven in zijn leven. De dood is bij ons bespreekbaar. Maakt onderdeel uit van ons leven. Van ons gezin.
En zoals mijn zoon het zo mooi verwoordde na zijn bezoek aan Naturalis: zelfs als je dood bent, ben je van waarde.
0 reacties